Elk kind heeft het recht om op te groeien in een liefdevolle familie en een veilige omgeving, sámen met zijn broers en zussen. Wanneer kinderen in Nederland uithuisgeplaatst worden, gebeurt dat in naar schatting 50 procent van de gevallen niet gezamenlijk. Met alle gevolgen van dien. De programma’s van SOS Kinderdorpen laten zien dat het anders kan.
Het is woensdag in de namiddag. Terwijl zijn vier jongere broers en zussen op de schommel spelen, maakt Denis zich klaar om te gaan bowlen. Een verjaardagsfeestje. Zijn kleine zus vraagt aan begeleidster Anne of ze straks een dutje mag doen. ‘Vincent stond vanochtend al om zes uur op mijn bed te springen!’
Denis en zijn broers en zussen wonen niet meer bij hun ouders. De jeugdrechtbank besloot dat ze daar niet veilig en gezond konden opgroeien. Een plaatsing in een voorziening van de jeugdzorg drong zich op. Omdat SOS Kinderdorpen een bijzondere focus heeft op het gezamenlijk opvangen van broers en zussen, wonen zij alle vijf in een SOS familiehuis in België.
Een laboratorium van experimenteren
Stéphanie Haxhe, voormalig medewerker bij SOS Kinderdorpen, psychologe en gespecialiseerd in familietherapie met broers en zussen, vertelt waarom dat zo bijzonder is. ‘Het is algemeen bekend dat de relatie met de ouders cruciaal is voor een gezonde ontwikkeling, maar over de band tussen broers en zussen wordt minder gesproken.’ Dit terwijl gezamenlijke opvang bijdraagt aan een gevoel van veiligheid en hun ontwikkeling.
Haxhe: ‘De dynamiek tussen broers en zussen is voor kinderen een laboratorium waar ze vrij kunnen experimenteren. Grenzen aftasten. Knallende ruzie maken en een kwartier later weer samen spelen. Een unieke mix van solidariteit, rivaliteit en liefde die handelingen toelaat die in andere relaties niet zomaar aanvaard worden. Die relatie maakt een belangrijk verschil in de ontwikkeling van kinderen.’
Belang van de band
Voor kinderen die opgroeien in de jeugdzorg, is de band met broers en zussen nog belangrijker. Daar zijn grosso modo drie redenen voor:
- Een gemeenschappelijk verleden – ze delen hetzelfde verhaal, dezelfde vraagstukken en emoties over hun verleden, dezelfde confrontatie met hun ouders. Dat creëert een band die belangrijk is om dat verleden een plaats te geven.
- De meest duurzame familierelatie – broers en zussen betekenen voor elkaar vaak de laatste link naar de familie waar ze uit voortkomen. Omdat ze ook van dezelfde generatie zijn, is het de meest duurzame familierelatie.
- De start van een sociaal netwerk – door hun turbulente verleden hebben zij vaak weinig hechte vriendschappen of familierelaties. Dat wordt vooral een probleem als ze op hun achttiende plots alleen moeten gaan wonen. Ten eerste omdat ze niemand hebben die hen helpt bij alle uitdagingen. Ten tweede omdat ze zich vaak erg eenzaam voelen. Broers en zussen zijn dan de eerste stap naar een sociaal netwerk.
Gezamenlijk verleden
SOS Kinderdorpen zorgt niet alleen dat broers en zussen in dezelfde familie kunnen opgroeien, het gaat ook proactief aan de slag met de onderlinge relaties. Psychologe Haxhe: ‘De relatie tussen broers en zussen is een wereld op zich. Als je hen samen ziet, hun gedrag en emoties als geheel kunt beschouwen, dan heb je alle stukjes van de puzzel. Als ze niet bij elkaar zijn, mis je dat globale beeld. Denis kan bijvoorbeeld soms een kort lontje hebben. Die boosheid is meestal gelinkt aan bepaalde gevoelens uit het verleden, herinneringen of recente gebeurtenissen, de moeder die niet kwam opdagen voor een ontmoeting, bijvoorbeeld. In nabijheid van zijn broers en zussen, kun je die boosheid in een context plaatsen. Zonder is dat moeilijk.’
‘Dankzij zijn broers en zussen kennen we ook Denis’ zorgzame kant. En hij ontdekt die zelf ook.’
Stéphanie Haxhe
De kinderen worden ook begeleid in de relatie met hun ouder(s), om de verhouding te herstellen en de kans op terugkeer naar de eigen familie open te houden. In het geval van Denis en zijn broertjes en zusjes zijn er maandelijkse ontmoetingen met hun moeder. Hierbij leren ze ook waarom ze nu eigenlijk uithuisgeplaatst zijn.
‘De moeder erkende onlangs dat ze tekortschoot als moeder’, vertelt Haxhe. ‘Dat ze niet de moeder kon en kan zijn die ze wil zijn. En ze vertelde over de moeilijkheden van de familie waarin zij zelf was opgegroeid. Dit betekent zo veel voor de kinderen. We zien heel vaak dat kinderen zichzelf de schuld geven van hun plaatsing, ‘omdat ze niet braaf genoeg waren’ of zo. Nu zagen Denis en zijn broers en zussen heel duidelijk dat hun moeder problemen had, slecht in haar vel zat. En dat ze daarom nu in een familiehuis wonen.’
Elkaar versterken
‘Die ontmoetingen zijn niet altijd even makkelijk. De moeder zit vaak niet lekker in haar vel, de kinderen zijn wispelturig in hun gedrag. Ik probeer die communicatie vlot te laten verlopen en help de moeder om in contact te treden met haar kinderen. Denis is een tiener, hij is wat teruggetrokken en vindt het moeilijk om zich uit te drukken. De moeder is geneigd dit te interpreteren als een gebrek aan interesse, maar dat klopt niet. Denis miste nog nooit een bezoek, dat spreekt boekdelen. Ik ben eigenlijk de decoder, zoals bij de televisie: ik breng de boodschappen over zoals ze die bedoelen zodat ze elkaar goed begrijpen.
De broers en zussen doen dat ook naar elkaar. Denis vroeg zich bijvoorbeeld af of hij zijn vader mocht toevoegen op Facebook. Hij wilde dat zijn moeder blijkbaar zelf niet vragen. Maar zijn jongere zus deed het wel voor hem. En zo zijn er in elke ontmoeting kleine momenten waarop ze elkaar versterken, individueel en in hun relatie naar hun moeder toe. En de ene profiteert van de progressie van de andere.’