Tussen 2000 en 2019 registreerde het continent Afrika 134 ‘droogtes’, waarvan 70 in Oost-Afrika. Door klimaatverandering volgen er in de toekomst helaas nog vele droge periodes. Afrika heeft meer te lijden onder extreme droogte dan elk ander werelddeel. Dat merkt ook Farhiya in Somaliland.
Wanneer Farhiya rondloopt op haar boerderij, kijkt ze naar wat er nog over is van haar oogsten. Haar aardappelplanten zijn compleet verdord. Droogte als gevolg van klimaatverandering vormt een enorme uitdaging voor Farhiya’s levensonderhoud. Ze heeft steeds meer moeite om haar gezin te voeden.
De 31-jarige moeder van drie meisjes en een jongen is boerin in het district Darussalam. Dit is normaal gesproken één van de meest vruchtbare gebieden in Somaliland en de ‘voedselmand’ van het land. Farhiya: “Sinds 2019 heb ik geen goede regenval meer gezien. De eens zo vruchtbare land is nu droog en dor.”
‘Het meest vruchtbare gebied in Somaliland is niet meer vruchtbaar’
Farhiya
Naast voedselgewassen heeft Farhiya’s boerderij ongeveer 400 sinaasappel-, mango-, koker- en citroenbomen. ”Zonder regen produceert de boerderij niets. Water zorgt voor groene gewassen: aardappelen, uien, kool en tomaten, maar mijn planten groeien nu niet. Er is bijna niets meer om te verkopen. Dit heeft mijn gezin financieel enorm hard getroffen.”
Als het komende regenseizoen ook weer mislukt, duurt de droogte drie aangesloten seizoenen. Zo’n lange droge periode heeft Farhiya nog nooit eerder meegemaakt. Mislukte regenseizoenen betekenen geen voedsel, geen inkomen en geen zaden voor de volgende plantperiode. Dit is een harde klap voor een moeder die trots is op haar werk als boerin.
Somaliland heeft twee regenseizoenen per jaar: van april tot juni en van oktober tot november. Landbouw is de op één na belangrijkste sector voor de economie van het land, na vee. Sorghum, maïs, paprika, kool, tomaten zijn de belangrijkste gewassen. Volgens het Nationale Droogtecomité hebben sommige regio’s in Somaliland de afgelopen vier jaar geen druppel regen gehad. Vee sterft uit en naar schatting hebben meer dan 1 miljoen mensen noodhulp nodig.
Betere dagen voor Farhiya dankzij hulp van SOS
Farhiya’s succes als boerin begon toen SOS Kinderdorpen haar in 2019 kennis liet maken met groenteteelt. Daarvoor lag haar focus jarenlang op het telen van fruit.
In samenwerking met het Ministerie van Landbouw, startte SOS Kinderdorpen een noodprogramma om boerenfamilies in Darussalam te helpen hun levensonderhoud te herstellen nadat cycloon Sagar hun landbouwgrond in 2017 en 2018 verwoestte die werd opgevolgd door de sprinkhanenmanifestatie waar de boeren in 2019 en 2020 mee te maken kregen. Landbouwexperts leerden de lokale boeren om hun gewassen te diversifiëren, lieten betere landbouwmethoden zien, introduceerden sneller rijpende planten en hielpen om met klimaatverandering om te gaan.
“Toen SOS bij ons kwam, hadden sprinkhanen alle bladeren van onze citroen- en mangobomen opgegeten”, herinnert Farhiya zich. “Toen we de training van SOS hadden toegepast, groeide ons inkomen weer. We verkochten onze producten aan markten tot in Hargeisa (hoofdstad Somaliland) en ons leven bloeide op.”
“Vóór SOS kon ik geen kleding en schoolgeld voor mijn kinderen betalen. Daarna ging het steeds beter. Mijn kinderen gingen naar school, ik kon ze weer goed en gevarieerd eten geven en we gingen naar de dokter brengen als dat nodig was. De boerderij was winstgevend en er was genoeg te eten.” Farhiya nam vier werknemers in dienst en investeerde in een diepere waterput en twee waterpompen om haar gewassen te bewateren.
Van winst naar een steeds kleinere waterput
De huidige droogte maakt deze winst langzaam ongedaan en Farhiya maakt zich zorgen over het welzijn van haar familie. De enorme rivier die ooit naast haar boerderij stroomde, is maanden geleden opgedroogd. Farhiya is nu volledig afhankelijk, zoals de meeste boeren, van haar waterput om haar bomen en gewassen te irrigeren.
Nu het waterpeil daalt, heeft ze besloten om alleen nog de fruitbomen water te geven, omdat deze minder water nodig hebben. De groenteteelt heeft ze op moeten geven en haar werknemers heeft ze ontslagen.
Farhiya kent veel boeren in Somaliland die volledig zijn gestopt met landbouw en naar de steden zijn getrokken om te werken en te overleven. Haar oogst is minder dan de helft van de normale opbrengst. De situatie verslechtert snel en Farhiya voelt zich machteloos. Als de regen niet snel komt, zal ze, net als andere boeren, op zoek moeten gaan naar een alternatieve bron van inkomsten.