Hoe een identiteitscrisis impact heeft op de geestelijke gezondheid
Van nature hebben mensen een diep verlangen om te weten wie ze zijn om zich gewaardeerd, gerespecteerd en verbonden te voelen. Mensen verwerven die identiteit uit verschillende bronnen en dit vormt de basis die hen helpt om met zelfvertrouwen in het leven te staan.
In Somalië ontleent de bevolking haar identiteit en het gevoel van erbij te horen met name aan de clan waarin ze geboren zijn. Het gaat hier om een strikte familiegerichte en patriarchale samenleving, waarin kinderen hun afkomst alleen van vaderskant ontlenen. Vrouwen geven hun afstamming niet door aan hun kinderen. In Somalië is clanloyaliteit dus uiterst belangrijk en diep geworteld.
De Somalische cultuur is voor kinderen van wie de vader onbekend is dan ook extreem hard. Voor hen is het nagenoeg onmogelijk om aansluiting te vinden bij een andere clan. Deze kinderen worden behandeld als verschoppelingen. Het gevolg is vaak sociaal isolement wat grote impact heeft op hun functioneren, hun geestelijke gezondheid en daarmee op de algehele kwaliteit van leven.
Hassan werd als verschoppeling achtergelaten
Hassan Muhammed, 27 jaar, leefde op straat voordat hij een nieuw thuis vond in een SOS familie in een kinderdorp in Somalië. Hassan’s moeder was ongehuwd toen hij geboren werd. Ze liet hem aan de kant van de weg achter toen hij vijf jaar oud was.
“Als straatjongen at ik uit de vuilnisbak of wat ik waar ook kon vinden om te overleven. Ik voelde me altijd ziek en hongerig”, herinnert Hassan zich. “Mijn jeugd in de SOS familie is het beste wat me ooit is overkomen. Ik werd verzorgd, kreeg goede gezondheidszorg, ik kon spelen en ik kreeg alles wat ik nodig had om me te ontwikkelen”.
Maar net als veel kinderen zonder ouders, worstelde Hassan met zijn identiteit als jonge man in de Somalische samenleving. De vragen die hem bezighielden zouden kunnen leiden tot psychische- en gedragsproblemen.
“In Somalië worden kinderen die buiten het huwelijk zijn geboren of van wie de vader onbekend is, gebrandmerkt als een slecht voorteken”, zegt Noor Kulow, maatschappelijk werker van SOS Kinderdorpen in Somalië. Kulow’s werk is er op gericht om kinderen te helpen omgaan met traumatische ervaringen. Daarnaast helpt ze hen bij de worstelingen in hun identiteitscrisis.
“Kinderen van wie de vader onbekend is, worden in Somalië verschoppelingen genoemd. Ze hebben geen bescherming van een clan; de meeste van hen komen op straat terecht, alleen. Zonder steun van een clan hebben ze later in het leven moeite om een baan te vinden of zelfs een partner om mee te trouwen. Het stigma en de discriminatie tegen ‘de vaderlozen’ leidt heel sterk tot oneerlijke stereotypering”, zegt Kulow.
Genezing en veerkracht opbouwen
Als kinderen in het SOS kinderdorp wat ouder zijn en in staat zijn om dit gevoelige onderwerp te behandelen, gaan we met hen in gesprek over de identiteitskwestie. Vragen over hun biologische familie van herkomst komen meestal tijdens hun tienerjaren.
“We gaan heel behoedzaam te werk wanneer we met de kinderen in gesprek gaan over hun achtergrond”, aldus Ali Mukhtar, SOS jeugdleider en adviseur voor tienerjongens. “We hebben verschillende sessies waarin we spreken over zelfbewustzijn. Hierin vertellen we dat alle mensen gelijk zijn, ongeacht hun achtergrond. Ook benadrukken we dat het vooral belangrijk is hoe ze zichzelf zien en niet hoe anderen tegen hen aankijken”.
De geestelijke gezondheidszorg die SOS Kinderdorpen biedt, geeft jongeren de kennis en aanmoediging die ze nodig hebben om hun trauma te boven te komen en mentale veerkracht op te bouwen. Zonder ondersteuning kan de ernst van hun ervaringen tot psychische problemen leiden.
In Somalië is er veel stigma rond mentale gezondheid. Mensen met psychische aandoeningen worden meestal beschouwd als bezeten door boze geesten, bekend als Jinni. Het is gebruik in Somalië om dan hulp te zoeken bij religieuze of traditionele genezers. Het zoeken naar psychische of psychiatrische zorg wordt in dit land veelal gemeden, waardoor veel mensen met een psychische stoornis niet de hulp krijgen dan wel durven vragen die nodig is.
Het verkrijgen van zijn identiteit
Hassan zegt dat hij zich waardeloos en leeg voelde toen hij hoorde dat zijn vader onbekend was. “Ik had hoofdpijn en ik dacht te veel na. Ik vroeg me af waarom SOS mijn leven had gered”, zegt hij.
Hij kon zich niet concentreren in de klas, wilde zelfs stoppen met school toen hij in groep negen zat. Maar Mukhtar moedigde hem aan om niet op te geven. “Hassan was een langzame leerling met woede-problemen, hij vocht veel en zocht met iedereen ruzie. Dankzij intensieve begeleiding, slaagde ik erin om hem te helpen omgaan met de realiteit van zijn identiteit.”
Als gevolg hiervan verbeterde Hassans academische prestaties en wist hij toegang te krijgen tot een universiteit in Oeganda. Hij keerde onlangs terug naar Somalië om werk te zoeken na het succesvol afronden van een master in Bedrijfskunde.
Discriminatie om afkomst
Tot op heden is het Hassan helaas nog niet gelukt om een baan te vinden. Hij heeft bij zijn sollicitaties als leraar op een universiteit te maken met discriminatie. “Ik laat mijn CV en diploma’s zien, maar ze vragen naar mijn afkomst, ze willen weten tot welke clan ik behoor. Ik werk hard, heb dag en nacht gestudeerd met goede resultaten, ik heb alleen geen werkervaring. Maar ze nemen schijnbaar liever een ongekwalificeerd persoon aan dan dat ze mij de kans geven om mij als persoon te leren kennen.”
Tot dat hij een passende baan vindt, besteedt hij zijn tijd aan het aanmoedigen van de kinderen en jongeren in het SOS kinderdorp en het beantwoorden van hun levensvragen. “Ik heb geleerd dat ik geen biologische moeder of vader nodig heb om te slagen”, zegt Hassan. “Alles wat ik nodig heb, is de steun van iemand die om me geeft. Mijn SOS familie heeft me opgeleid, en hielp me de juiste weg in te slaan waardoor ik ben geworden wie ik nu ben. Ik ben van plan om mijn identiteit verder te ontlenen aan wat ik doe en impact die ik kan maken in mijn gemeenschap”.
“Wij als jonge mensen zonder identiteit moeten het goed doen, zodat de gemeenschap zijn perspectief op ons verandert. Ik word nog altijd boos als mensen mij om mijn vader vragen, maar ik negeer ze nu. Ik ben de baas over mijn eigen leven. Mijn SOS familie is mijn steun; ze zijn mijn basis en ze staan achter me. Ondanks de discriminatie is Somalië mijn thuisland en ik zal niet naar een ander land vluchten. Ik zet door en ga het maken in mijn leven”, besluit Hassan stellig.