Mensah is herenigd met zijn biologische familie
Het moment dat Joseph zijn twee jongste kinderen moest laten gaan, was het pijnlijkste moment uit zijn leven. Maar hij kon niet anders; zijn vrouw overleed tijdens de geboorte van hun zoon Mensah* en met zijn werk kon hij zijn babyzoon en jongste dochter Afua* niet de zorg en aandacht geven die ze nodig hebben. Mensah was één week jong en zijn zus vier jaar toen zij werden opgenomen in een liefdevolle SOS familie.
‘Ik voelde me geliefd’
“Ik moest ze laten gaan, want anders was het niet goed me ze afgelopen”, vertelt Joseph. Zijn verdriet na al die jaren is nog altijd zichtbaar. “Ik kon ze niks bieden, verdiende weinig in mijn werk als buschauffeur en was de hele dag buiten de deur. Ik wilde dat ze de zorg kregen die ze nodig hebben op jonge leeftijd, dat ze naar school konden gaan. Hoe pijnlijk het ook was, het was tegelijkertijd een opluchting te weten dat ze in goede handen waren bij hun SOS moeder.”
“Het leven in het SOS kinderdorp was leuk”, vertelt de vrolijke, inmiddels vijftienjarige Mensah. “We konden spelen, leerden hoe met anderen om te gaan, werden verzorgd en opgevoed met als doel iets te bereiken in de toekomst. Ik was erg verlegen en mijn moeder deed er alles aan om mij daar over heen te laten komen, ik moest bijvoorbeeld altijd het gebed leiden. Daarnaast hadden mijn broers en zussen allemaal andere achtergronden. Zo leerde ik verschillende culturen kennen, nieuwe plekken en werden we naast familie ook vrienden. Ja, ik voelde me echt geliefd toen ik opgroeide”, besluit Mensah.
Een band opbouwen
Joseph bezocht zijn kinderen elke maand, zodat ze een band konden opbouwen en er op deze manier toch voor hen kon zijn. Toen Joseph in 2013 met zijn vrouw Victoria trouwde, introduceerde hij haar ook bij zijn kinderen en het SOS team. “Nadat ik de kinderen had ontmoet, ging ik altijd met Joseph mee en bezocht ze ook zonder hem”, vertelt Victoria (56). Tijdens de vakantie kwamen ze bij ons logeren. Ik merkte toen echt hoe goed en makkelijk ze met andere mensen omgingen. En voor hen was het goed, omdat ze op deze manier ook hun gemeenschap leerde kennen, het dialect, het lokale eten, ons leven.”
Twee jaar geleden voelde Joseph dat hij niet langer zonder zijn kinderen kon leven en hoewel de economische stabiliteit slechts langzaam (maar zeker) kwam na jaren van ploeteren, had hij nu een vrouw die samen met hem de zorg voor de kinderen kon dragen. Hij legde zijn wens voor hereniging neer bij het SOS team.
Familiehereniging als doel
Contact dan wel familiehereniging met de biologische familie is en blijft altijd het doel van onze familiezorg, mits de familie er nog is én dit in het belang is van het kind. Voordat er sprake kan zijn van een hereniging, moeten de kinderen regelmatig bij hun biologische familie (langere tijd) op bezoek geweest zijn, zodat ze een goede band hebben kunnen opbouwen. Ook het SOS team volgt de familie nauwgezet; er wordt gekeken of de familie (tijdelijk) steun nodig heeft, bijvoorbeeld in de vorm van schoolboeken en lesgeld, maar ook wordt gemonitord om te verzekeren dat de kinderen de juiste zorg (blijven) krijgen en in veiligheid opgroeien. In de afgelopen jaren zijn zeven kinderen goed teruggekeerd bij hun families. Mensah en zijn zus Afua zijn in augustus 2017 met hun familie herenigd.
“De dag dat ik hoorde dat ik terug zou gaan naar mijn vader, was ik verdrietig”, blikt Mensah terug. “Ik ging tijdens elke vakantie naar mijn vader, maar had in de gemeenschap nog niet echt vriendschappen opgebouwd zoals in het kinderdorp. Maar uiteindelijk was de overgang niet heel heftig, want ik had geleerd met mensen om te gaan, om verschillen te respecteren en om me uit te spreken. Ik ben blij weer bij mijn vader te zijn.”
Thuis bij twee families
Met een stralend gezicht vult Joseph aan: “Ik ben blij dat Mensah en zijn zus weer bij me wonen. Ook al ben ik niet rijk en kan ik ze niet alles geven, ik kan ze elke dag zien opgroeien. En SOS steunt ons sinds het moment dat ze thuiskwamen. Met mijn salaris kan ik geen schoolgeld betalen, dat neemt SOS op zich, zodat ze elke dag naar school kunnen blijven gaan en mijn kinderen een hoopvolle toekomst hebben. Ik voel me een gezegend mens.”
Mensah zit inmiddels in het eerste jaar van junior school en Afua in het derde jaar van de kostschool. Mensah: “Het feit dat ik op een nieuwe school zit en niet meer bij mijn SOS familie woon, betekent niet dat ik ben vergeten wat ik in het kinderdorp deed en alle mooie en vrolijke momenten die ik daar heb beleefd. Als ik op bezoek ga, voel ik me nog altijd welkom. Ik heb nu twee plekken waar ik me thuis voel, twee families, en mijn vriendschappen uit het kinderdorp zijn nog altijd hecht.”